Brusselse of Luikse? Natuur of met wat confituur erop? Zelfgemaakte wafels toveren een glimlach op het gezicht van groot en klein, wanneer en hoe je ze ook serveert: voor het ontbijt of avondmaal, als vieruurtje, in een hartige versie … Wie kan er nee tegen zeggen? Om van je wafels een echt succes te maken, moet je natuurlijk aandacht besteden aan de bereiding. Die fantastische combinatie van knapperig en zacht hangt immers deels af van de ingrediënten. We verklappen je graag onze 5 tips voor gegarandeerd geslaagde zelfgemaakte wafels.
Wafeldeeg dat niet te dik is? Da’s een eitje!
Om voorgoed komaf te maken met zware, droge wafels, begin je bij het begin: het deeg. Jammer genoeg kan het hier al mislopen … Het geheim van elke chef voor fijne, lichte wafels? Eiwitten! Klop ze op en voeg aan het einde van de bereiding voorzichtig toe aan je deeg.
Wanneer je eieren nodig hebt voor een ander recept en je eiwitten over hebt, kan je deze makkelijk bewaren om op een later moment in je wafeldeeg te gebruiken. Laat die dooiers dus links liggen, het gaat alleen om het stevig opgeklopte eiwit. Zo hou je het lekker licht!
Water of bier, het geheim achter krokante wafels
Met zware wafels doe je niemand een plezier, met knapperige daarentegen … Om je wafels heerlijk krokant te krijgen, vervang je een deel van de melk uit je recept door water, spuitwater of zelfs bier.
Je kan trouwens ook bier gebruiken in pannenkoekendeeg; dankzij de gisten in het kostbare brouwsel wordt je deeg beter verteerbaar en knapperiger. Het beste resultaat krijg je met artisanale of abdijbieren.
Ga voor zachtheid, ga voor gist
Wat die gist betreft, moet je weten dat de kwaliteit ervan een grote invloed heeft op de zachtheid van de wafels. Aan jou om de knoop door te hakken: ga je voor droge of verse gist? Die keuze hangt waarschijnlijk samen met de tijd die je hebt om je wafels te maken.
Droge gist werkt sneller, het deeg moet dus niet zo lang rusten (30 tot 60 minuten). Maar je kan natuurlijk niet alles hebben: wafels met droge gist zijn niet zo licht als die met verse gist, ook bekend als bakkersgist. Kan je twee uur uittrekken om je deeg te laten rusten? Dan is je keuze zo gemaakt.
Om met mate te gebruiken: olie of boter
De vetstoffen die je aan het deeg toevoegt, maken de wafels lekker smeuïg. Voor klassieke wafels reken je zo’n 20 g boter of enkele druppels olie per 100 g bloem. Heb je het liever luchtiger, dan kan je die hoeveelheden verminderen. Je kan zelfs een deel van de olie of boter vervangen door verse kaas of vruchtenmousse.
Met de wafelijzers van Fri-Fri moet je trouwens helemaal geen vetstof toevoegen wanneer je wafels bakt. Het toestel beschikt immers over gietijzeren antikleefplaten die het deeg goed verdelen en ervoor zorgen dat het niet in het wafelijzer blijft plakken.
Wanneer je deeg klaar is en het voldoende heeft gerust, is het tijd voor de laatste stap. Voor perfect gebakken wafels moet je allereerst je wafelijzer voorverwarmen. Dankzij de wafelijzers van Frifri is dat een fluitje van een cent. Maak simpelweg je keuze uit de 8 standen van de thermostaat, naargelang je recept en voorkeuren. Zacht, lichtjes gebakken of ronduit knapperig? Alles kan! Wanneer het controlelampje uitgaat, is je wafelijzer op de juiste temperatuur.
En om ook de volgende dagen nog van je wafels te genieten, bewaar je ze in hermetisch afgesloten dozen (zoals koekjesdozen), in plastic dozen of een diepvrieszak.